ERROR Off The Road

De weg naar huis

Wie, zoals ik, dagelijks van Kanaleneiland Zuid naar de Uithof fietst en terug moet het gevoel herkennen dat mij dagelijks bekruipt: wie heeft dit toch bedacht?

Nee, dat is geen existentiële vraag over zijn en niet-zijn in deze wereld, en ook geen vraag naar de zin van mijn dagelijkse bestaan. Het gaat gewoon over de weg.

Fietst u even mee?

Langs de Beneluxlaan

Het begint al kort na het verlaten van mijn huis. Ik woon vlak bij het Europaplein, en het fietspad langs de Beneluxlaan loopt vlak langs mijn flat. Dat is fijn. Het fietspad langs de Beneluxlaan is breed en overzichtelijk. Ook dat is fijn. Weliswaar had men er rekening mee kunnen houden dat de wortels van de bomen langs de Beneluxlaan gemakkelijk door het asfalt van het fietspad groeien, maar je kunt niet alles hebben. Van het mooie vlakke asfalt van een paar jaar geleden is op plaatsen niets meer over. Omdat je asfalt nu eenmaal wat moeilijker kan vervangen dan een paar tegels, is het op de ergste plekken ‘bijgeschaafd’. Daardoor is het pad wel weer wat vlakker, maar of het de structuur op de lange duur ten goede komt (het asfalt is daar nu immers een stuk dunner geworden) is maar zeer de vraag.

Wie heeft het bedacht? Niet alleen dat bijschaven, ook het asfaltpad in de eerste plaats? Iedere reguliere fietser kan je vertellen dat boomwortels de onstuitbare neiging hebben door het wegdek heen te dringen, en dat dat een onaangename hobbelbaan tot gevolg heeft. Tegels raken misschien sneller hun onderlinge verband kwijt, maar ze zijn ook veel gemakkelijker te lichten en desnoods te vervangen.

Onder het Europaplein

We gaan verder. Het fietspad langs de Beneluxlaan loopt onder het Europaplein door. Dat is fijn, wat het Europaplein ligt in een belangrijke in- en uitvalsroute voor de stad. Naast een boel auto’s en bussen maakt bovendien de sneltram hier een bocht die meerdere rijbanen kruist. Wie geïnteresseerd is in autoverkeer kan ik aanraden een tuinstoeltje aan het Europaplein in te nemen ten tijde van, bijvoorbeeld, de HCC-dagen. Een mondkapje is geen overbodige luxe. Maar de fietser kan er onderdoor, althans langs één kant van het plein. Gelukkig is dat de meest gangbare kant, dus dat is niet erg. Let wel: alleen (brom)fietsers. De voetganger wordt geacht alsnog het drukke plein te trotseren, met alle stoplichten van dien. Een voetpad kon er niet van af, in de tunnel.

Wie heeft het bedacht? Er is ruimte genoeg voor, dus dat kan het probleem niet zijn geweest. Sterker nog: bij de respectieve uitgangen van de fietstunnel zijn trappen gemaakt. Die trappen zijn zo aangelegd dat je er met een fiets niet op of af kan. Ze moeten dus zijn bedoeld voor voetgangers. Maar eenmaal beneden kan de voetganger weinig anders dan over het fietspad lopen. Dat is op zichzelf nog geen ramp, maar de tunnel maakt een flauwe bocht, en is vrij donker, waardoor het niet altijd goed te zien is wie of wat zich in de tunnel bevindt. Tel daarbij de jeugd van Kanaleneiland die zich het liefts met meer man tegelijkertijd op een opgevoerde brommer op hoge snelheid door de wijk verplaatst, en je begrijpt dat het voor een voetganger niet direct de meest aanlokkelijke route is.

Langs de Jutfaseweg

We fietsen door. De weg heet nog even Beneluxlaan, tot aan het Merwedekanaal, en gaat dan over in de Socrateslaan. Die volgen we nog een klein eindje tot vlak voor de Vaartsche Rijn, waar we de oversteek maken naar de Jutfaseweg. De Jutfaseweg is onlangs heringericht, althans de zuidelijke helft. Van tevoren was ik daar wel positief over gestemd: de Jutfaseweg was een racebaan, want lang en recht. Het was al twee jaar een 30-kilometerweg. Ik heb ze wel eens geteld: van zuid naar noord hingen er negen, en van noord naar zuid passeerde je tien borden met 30. De Jutfaseweg was een ideaal jachtterrein voor de bonnenschrijvende agent, want er waren niet veel automobilisten die zich aan de limiet hielden.

Nu is de Jutfaseweg heringericht, en hoe. Het fietspad is nu fysiek gescheiden van de rijbaan door een opstaande richel. Hier en daar zijn gaten in de richel gelaten, waar er zijwegen op de rijbaan komen. Die gaten zijn net zo breed als de zijweg waar tegenover ze liggen. Een fietser die dus uit zo’n zijstraat komt, de weg oversteekt, en even niet oplet moet rare toeren uithalen om nog op het fietspad terecht te komen — en als dat al lukt, er niet aan de andere kant weer af te schieten, want het fietspad is nauwelijks twee fietsers breed. Dat gaat dus sowieso nog leuke taferelen opleveren, na de kerstvakantie, als het fietspad weer bevolkt zal worden door fietsende moeders met hun fietsende kroost. En dan hebben we het nog niet over de ‘ingang’ van de Jutfaseweg, bij de kruising Socrateslaan, waar wij nu dus staan te wachten. Daar moet de fietser namelijk de opstelstrook passeren voor de fietsers die komende uit de richting van de ‘t Goylaan op hun beurt wachten. We moeten daarbij een rare S-bocht maken om op het fietspad te komen, want in het verlengde van dat fietspad ligt… een stoep. Wie zijn kans mist kan vlak voorbij het voetgangerslicht nog een poging wagen bij een gat in de afscheiding, van ongeveer vier meter lang. Wie ook dat gat mist is gedoemd een tijd lang op de rijbaan voor de auto’s te blijven.
En gaan de auto’s op die rijbaan nu langzamer rijden? Er zijn nog steeds bulten in de weg. Die waren er al, maar ze hielpen niet veel, en er is weinig reden om aan te nemen dat het nu beter zal gaan. Integendeel, automobilisten zouden nu wel eens kunnen gaan denken dat ze met fietsers geen rekening meer hoeven te houden (die zitten immers aan de andere kant van de afscheiding) en het gas nog eens extra indrukken. Maar in de winter zit er waarschijnlijk weinig anders op voor de arme fietser: wie gaat de fietsbaan schoon houden als het heeft gesneeuwd? Strooizout komt er niet meer op, dankzij de afscheiding, die trouwens ook een mooie damwand zal zijn voor brak smeltwater van de autobaan.

Wie heeft het bedacht? Heeft de persoon in kwestie ooit wel eens de situatie met eigen ogen aanschouwd? Is de bedenker zelf per fiets, auto en wie weet wat voor andere vervoermiddelen een paar weken dagelijks langs de Jutfaseweg gereden om voeling te krijgen met de situatie en de specifieke problemen?

Over het Ledig Erf

Maar goed, we gaan door. Mijn route voert ons via Jutfaseweg en Westerkade naar het Ledig Erf. Dat is in weerwil van zijn naam bepaald geen ledige ruimte. Het was en is nog steeds één van de drukste knelpunten aan de zuidelijke kant van het centrum. Ooit was het een onoverzichtelijke verkeers-chaos. In de jaren tachtig ging het op de schop, nadat er van gemeentewege was beloofd dat de nadruk bij het Ledig Erf meer op de fietser en minder op de auto moest komen te liggen. Dat is niet helemaal gelukt. Ook hier opstaande betonnen randen tussen auto- en fietsbaan. Ik kan uit ruime ervaring zeggen dat de ruimte voor de fietsers er na de verbouwing bepaald niet op vooruit is gegaan. Verkeerslichten voor fietsers staan nu op nog onoverzichtelijker plekken dan ze voorheen stonden. Vroeger was er hier en daar nog enige opstelruimte voor fietsers, maar die is nu ook gesneuveld in het geweld van betonnen randen. Ter compensatie heeft men de fietserslichten zo afgesteld dat ze met gemak de prijs voor de langste wachttijd kunnen winnen — met één uitzondering: de lichten op de kruising Baden Powellweg/Briljantlaan (bij het politiebureau). En het zijn precies díe lichten die mij hebben doen besluiten niet langer over de Albatrosstraat te fietsen, maar over het Ledig Erf.

En wie heeft het bedacht? Wie is er aan de slag gegaan met de opdracht het Ledig Erf om te bouwen tot een fietsvriendelijker oord? Wie heeft er gedacht: “Betonnen randen… Ja, dat is het! En omdat die fietsers het nu zoveel beter hebben, kunnen ze ook best wat langer wachten bij de stoplichten.”

En verder…

We zijn er nog lang niet hoor. Maar ik zal een stukje overslaan, het wordt anders zo eentonig. Nee, nog eentje doe ik er: de busbaan op de Uithof.

We zijn aan komen fietsen over de Weg tot de Wetenschap en rijden nu langs de Sorbonnelaan. Het Fysicacomplex is al in zicht, maar één obstakel rest nog: de busbaan. Deze duurste plaat beton van Nederland is gescheiden van het autogedeelte. Deze keer niet door die onzalige betonranden, maar door een stuk gras. Dat is prettig voor de fietser, die daardoor na het oversteken van de autoweg nog een kleine ruimte heeft om te stoppen voor de aanstormende bussen. En dan valt ons oog op het verkeerslicht…
Het verkeerslicht heeft hier maar twee ogen. Niet, zoals je vroeger wel vaker zag, alleen een groen en een rood oog. Nee, dit verkeerslicht heeft een geel en een rood oog. Het groene oog is weg. Weggelaten, moet je eigenlijk zeggen, want uit de hele ‘opmaak’ van het licht blijkt dat het er eigenlijk wel zou hebben kunnen zijn, als niet iemand had besloten het weg te zagen. Als het verkeerslicht dus geen licht geeft, staat het op groen. Of het is helemaal uit. Je weet het niet, want er brandt niks. En over de busbaan komt die bus aangedenderd. Heb je voorrang (want groen) of moet je de bus voor laten (bij ontstentenis van het licht prevaleert de voorrang die de Leuvenlaan heeft op de Sorbonnelaan). Je weet het gewoon niet, maar die bus dendert wel heel hard door. Inhouden dus maar. En het licht op geel zien springen. Je had dus wel degelijk voorrang gehad, want de negenogen die buschauffeur ziet doen het wel gewoon, en die stonden dus op ‘stop’.

Wie heeft dit bedacht? Er moet toch iemand zijn geweest die op een dag uit zijn bed stapte en naar zijn werk ging, en daar bedacht dat je helemaal geen groen licht nodig hebt. Welnee, groen licht, daar kun je doorrijden, dus dat heeft helemaal geen functie! Weglaten, dat scheelt ook nog eens in de energiekosten.

Naar huis

Jaren geleden, om precies te zijn in juni 1992, schreef ik de allereerste kolom van ERROR, getiteld ‘Hobbel’. Dat was een pastiche op de culturele reisgids, die in dit geval ging over het environmental artwork in de Padualaan — bij fietsers beter bekend als de bocht-over-de-bult. Een onding, vanuit het standpunt van een fietser. Kom je van de Uithof af, dan ga je eerst de bult op, en dan bij het dalen meteen ook de bocht om. Direct aan het einde van die bocht passeer je de rijweg, die zelf ook uit een bocht komt. En over die rijweg komen de bussen aangedenderd. In de zomer wordt je uitzicht nog eens extra belemmerd door struiken. Kom je van de andere kant, dan heb je weliswaar beter zicht, maar dan moet je in die vrij scherpe bocht ook nog eens de bult op.

Wie heeft dit bedacht?!? Het is toch uitgesloten dat het iemand is die verstand van zaken heeft? Ik wilde niet gaan schelden, maar bij dit soort dingen kan ik niet anders dan denken: welke randdebiel heeft dit bedacht?

Ik heb er zo’n donkerbruin vermoeden van dat het iemand is achter een tekentafel, of anders een beeldscherm. Het is iemand die met MicroStation of AutoCAD aan het knutselen is gegaan. De hele situatie zit in de computer, en het enige dat je hoeft te doen is een beetje met je muis of je track-pen te frunniken en zie: een geheel nieuw ontwerp. Beetje fancy camerapuntje zoeken, wat cut-out auto’s en fietsers d’r bij, fotootje van een realistisch huizenblokje, of anders wat geinige boompjes. en klaar is Kees. Geloof me, ik heb zelf jarenlang met die programma’s gewerkt, en je maakt in een dag of wat zo’n plaat. Mijn maaksels waren alleen niet bedoeld voor de realiteit.

Ook al heb je er voor gestudeerd, de werkelijkheid laat zich niet vangen aan de tekentafel. Sommige dingen kun je onmogelijk voorzien. Dat de tuidraden van de Erasmusbrug in Rotterdam ongekende vibraties vertoonden als de wind uit een bepaalde hoek waaide met een bepaalde sterkte, het is vrijwel ondoenlijk om dat te voorspellen — misschien niet onmogelijk, maar wil je binnen redelijke grenzen blijven werken, dan wordt het wel heel lastig. Maar ik heb het bij de bovenstaande gevallen helemaal niet over fysisch ingewikkelde problemen. Ik heb het over alledaagse situaties. En zelfs daarin kun je je nog wel vergissen, maar als je het niet controleert na de daad, dan kom je er ook nooit achter. En ik denk, nee ik weet welhaast zeker, dat de architecten van al die wansituaties zelf nooit in de ochtendspits, bij wind en regen, op de fiets, langs hun eigen ontwerp zijn gefietst.

Daarom wil ik hier die architecten uitdagen: vertel mij nou eens waarom je het zo hebt gedaan. Ben je er echt wezen kijken? Heb je het zelf uitgeprobeerd? Zou je je kinderen langs die route laten fietsen? Laat het me weten: R.A.Ruules at uu.nl

Maar ik vrees dat deze architecten dit stukje net zo min zullen lezen als dat ze hun gedrochten nog eens bezoeken.

ERROR

Deze tekst is ‘Off The Road…’, december 2003 — dit verhaal heeft een vervolg

© Roelof Ruules