ERROR OFF THE ROAD
The Dilbert Principle Scott Adams
Er zijn van die omroepen waarvan de omroepsters de programma’s aankondigen
met een voorgekauwd waardeoordeel: “En nu volgt een dolkomische aflevering…”
of “Dan nu de superspannende thriller…”; wat ze verder zeggen weet ik niet,
want ik ben dan al doorgezapt. Of iets dolkomisch is kan ik zelf nog wel
uitmaken. Bovendien blijkt zo’n waardeoordeel vaak bedoeld om te verhullen
dat het betreffende programma helemaal niet dolkomisch of superspannend is.
Reden te meer dus om er niet naar te kijken.
Iets soortgelijks heb ik met boeken. Vooral Amerikaanse titels zijn nog
wel eens voorzien van de nodige citaten uit de media, die moeten aantonen dat
het boek ‘dolkomisch’ is, of ‘hilarisch’, of ‘adembenemend’. Dergelijke
boeken zijn de lijm uit de kaft nog niet waard. Ik ben geen voorstander van
rituele boekverbrandingen, maar het zou de cultuur geen kwaad doen als we eens
per jaar eens grote schoonmaak hielden en alle boeken vernietigen die op hun
flappen van dit soort loftuitingen dragen.
Iemand raadde mij ‘The Dilbert Principle’ van Scott Adams aan. Het bleek
zelfs in Wassenaar in de boekwinkel verkrijgbaar te zijn. Alleen…
‘Sardonically hilarious’, staat er op de achterflap, en ‘Scott Adams is a
very, very funny guy’. Hmmm… Dat is geen aanrader. Het werd nog erger
toen ik het boek wilde afrekenen (mijn ouders hebben mij geleerd dat als je
een boek wilt lezen, je het boek moet kopen) en het meisje achter de kassa mij
aansprak: ‘Ja, dat hebben we nu eindelijk ook in het Engels! Vind je het geen
fantastisch boek?’
‘Dat weet ik niet, ik moet het nog lezen.’
‘Ja, het is echt geweldig’
‘Kan ik het nog terugbrengen, als het me niet bevalt?’
Nouja, toch gekocht (het was op zich geen onaardig meisje). Toch gelezen.
Viel mee…
Als ik het goed heb begrepen is Dilbert een ware hype in de VS.
Het heeft, alweer volgens de flaptekst, 43 weken lang in de bestseller-lijst
van de New York Times gestaan. Dat zegt nog altijd niet dat een boek goed is,
maar het geeft een zekere indicatie.
Waar draait het allemaal om, in Dilbert? Het draait om management, of
liever om mismanagement. Dilbert is een generische medewerker van een
generisch bedrijf dat iets produceert. Wat wordt niet duidelijk maar is ook
niet belangrijk. Waar het om gaat is de manier waarop het bedrijf
functioneert. Slecht dus, en middels vele voorbeelden analyseert Adams de
vele aspecten van mismanagement. Voor een deel doet hij dat aan de hand van
tekst, voor een deel met behulp van stripjes, want Dilbert is van oorsprong
een stripfiguur. Bovendien zijn in het boek ook inzendingen van lezers, in de
vorm van e-mails, opgenomen, die nog eens moeten onderstrepen hoe erg het in
het echt wel niet is.
Allereerst moet ik zeggen: het is erg Amerikaans. De toestanden die in
Dilbert worden beschreven kan ik me slecht voorstellen in Nederlandse
bedrijven, in ieder geval niet op de schaal waarin ze in Dilbert worden
beschreven—er zullen heus wel slechte Nederlandse bedrijven en instellingen
zijn.
Verder kan ik iedereen afraden om het boek in één keer uit
te lezen. Ik heb dat wel gedaan, en dan wordt het na verloop van tijd wat
saai. Adams bedient zich namelijk van een soort humor dat een beetje
voorspelbaar is. In het boek staan nogal wat opsommingen van de vorm
- Grappige opmerking
- Zie hierboven
Zoiets is een keer leuk, de tweede keur aardig, de derde keer vervelend. Het
boek lijdt überhaupt een beetje aan een lijstjessyndroom. Nu heb ik
begrepen dat (met name Amerikaanse) managers daar ook aan lijden, en vanuit
die optiek is het wel begrijpelijk, maar ook hier geldt: na verloop van tijd
is de grap er vanaf. Zo is veel commentaar van Adams uiteindelijk een
herhaling van zetten, en dat gaat vervelen.
Wat ik ernstiger vind: eigenlijk is het behoorlijk treurig wat Adams
beschrijft. Veel van de populariteit van het boek moet wel komen uit het feit
dat zoveel mensen de situaties uit Dilbert herkennen. De e-mails bevestigen
dat. Het is inderdaad slecht gesteld, in corporate America. Als
zelfs maar de helft van Dilbert op waarheid berust, dan bevindt de Amerikaanse
werknemer zich in een soort van varkensstal, de cubicle, en wordt
hij/zij ook overigens behandeld als vee. Het topmanagement wordt gevormd door
snelle maar extreem domme beslissers en daartussen zit niets. Geen opwekkende
gedachte, gezien de macht die de VS nog steeds op wereldniveau hebben…
Is Dilbert dan helemaal niet leuk? Toch wel. Er staan veel staaltjes van
handelen in die we allemaal wel op de één of andere manier
herkennen. En de enige groep binnen het bedrijfsleven die Adams goedkeuring
nog enigszins kan wegdragen zijn de engineers, een groep die
overigens ook bestaat uit scientists en programmers, maar
voor Adams, zelf niet uit die klasse afkomstig, is het allemaal
één pot nat. Wel een gezellige pot nat, en ook een heel
herkenbare (voor mij dan). Neem bijvoorbeeld het stripje waar Dilbert (zelf
een engineer) met twee collega’s uit eten is. ‘We could simply divide the
check by three…’ zegt Dilbert, en de serveerster op de achtergrond raakt al
in paniek: ‘Uh-oh. Engineers.’ ‘… but that would result in an unpopular
subsidy of Wally’s salmon. Does anybody have a calculator-watch?’ vervolgt
Dilbert. Derde plaatje (‘hours later’), tegen de slapende serveerster:
‘This is the tie-breaker round of water to decide if you get 13% or 13.5%.’
Toch maar lezen dus. Niet achter elkaar dus. Iedere dag een hoofdstukje
of zo, dan ben je precies een half jaar bezig…
Deze tekst is ‘Off The Road…’, juli 1997
© Roelof Ruules
|